Wat zou de rol van de voorheen dichtgeslibde binnenstad moeten zijn na de coronacrisis?

De redactie van De Nieuwe Olifant heeft dit eerste nummer het thema Pampus meegegeven. De meeste Amsterdammers denken bij het woord Pampus aan het forteiland of het bekende spreekwoord. Weinigen denken daarbij echter aan de naamgever van het eiland: de dichtgeslibde vaargeul waar volgeladen schepen doorheen moesten als je vanaf de Zuiderzee Amsterdam wilde bereiken.

 

Middag in de Kalverstraat in Maart en Juli – foto: Lennart Freud

De vergelijking met de binnenstad ligt hier voor de hand: voor de coronacrisis voelde het hart van onze stad voor velen aan alsof het was dichtgeslibd. Met name het uit de hand gelopen toerisme zorgde ervoor dat de bewoners van centrum steeds mondiger werden in het verzet en de rest van de Amsterdammers de binnenstad steeds meer begonnen te vermijden. De coronacrisis trok als een baggerschuit door onze dichtgeslibde binnenstad heen.

A’DAM-toren in Maart vanaf centrumzijde – foto: Lennart Freud

Maandenlang lag de binnenstad daarna voor Pampus om het baggerschip de ruimte te geven, maar zo langzamerhand begint het leven er weer op gang te komen. De kroegen en kantoren lopen weer vol en bewoners bewegen zich weer vrijer in de openbare ruimte. Met de komst van het warmere weer kwamen eerst de dagjesmensen terug en inmiddels is ook het internationaal toerisme vanuit Europa weer op gang gekomen.

De analyses en reflecties op de situatie in de binnenstad vlogen ons de afgelopen maanden om de oren. Een veel gehoord geluid was dat deze ‘weer van ons’ zou zijn en dat het niet meer zo moet worden als dat het was. Dit sentiment haalde zelfs de Washington Post met een stuk waarin verschillende bewoners aan het woord kwamen.

Avond in de Leidsestraat in Maart – foto: Lennart Freud

Nu het stof enigszins is neergedaald komen er links en rechts initiatieven bovendrijven om het na de crisis anders te doen. Zo sprak onze stadsdeelvoorzitter Mascha Ten Bruggentcate onlangs met Nieuwsuur waarin zij de eerder door burgemeester Halsema geopperde mogelijkheid om de Wallen vanuit het centrum naar een erotisch centrum in een andere wijk te verplaatsen besprak. Ook is het volksinitiatief Amsterdam heeft een Keuze om het aantal toeristenovernachtingen per jaar vast te leggen op maximaal 12 miljoen werd al meer dan 30.000 keer ondertekend.

De noodkreten, die ook al voor de coronacrisis veel werden gehoord, hebben nu een hernieuwde urgentie gevonden. Er moet iets gebeuren en de door velen als ‘kans’ bestempelde coronacrisis lijkt er nu het momentum te zijn om maatregelen te nemen. Dat is begrijpelijk, maar zou het niet goed zijn om even te vertragen en goed na te denken over wat we met een nieuw beleid willen bereiken – juist nu de toeristische druk voorlopig wat draaglijker is?

Oudekennissteeg op de Wallen tijdens de ‘intelligente lockdown’ – foto: Lennart Freud

Zo zou het creëren van een ‘erotisch centrum’ buiten de binnenstad goed kunnen leiden tot overlast in andere wijken en is het maar de vraag of dit leidt tot minder druk op de binnenstad. Ook een maximum stellen aan het aantal toeristische hotelovernachtingen kan problemen opleveren. Van de hotelstop hebben we al geleerd dat dit weinig zin heeft zolang er in de regio gewoon nog hotels bij kunnen komen. Naast bedenkingen bij de uitvoerbaarheid schuilt er in deze maatregel een kern van ongastvrijheid en is het ergens onliberaal. Kunnen we ons niet beter richten op het type hotels en het soort toeristen dat hier overnacht? Er werd immers voor de coronacrisis ook al veel gedaan om de ergste uitwassen van pretpark Amsterdam tegen te gaan.

Toerisme levert onze stad veel op en is belangrijk voor de economie en de werkgelegenheid. Daarnaast is wat veel Amsterdammers eigenlijk al wisten bij het zien van de lege straten van de stad voor veel bewoners weer bevestigd: de Amsterdamse binnenstad behoort tot de mooiste van de wereld.

Weekend in de Reguliersbreestraat – foto: Lennart Freud

De baggerschuit van de coronacrisis heeft de binnenstad hard geraakt.  Naast de gezondheid van de inwoners ook de economie is ondergraven. Baggeren doet veel schade aan het ecosysteem, maar als het slib is afgevoerd krijgt de bodem weer de kans om te herstellen. Ook kan deze onverwachte en ongewenste gebeurtenis, als de juiste keuzes worden gemaakt, misschien de toegankelijkheid van de binnenstad vergroten.

De stad komt weer tot leven en dat vindt iedereen een goede zaak. De ervaringen van de afgelopen tijd en de jaren ervoor leiden echter tot een aantal prangende vragen. Wat is de rol van onze binnenstad? Voor wie is de binnenstad eigenlijk bedoeld? En hoe houden we haar aantrekkelijk voor verschillende groepen? Ook ik heb niet het antwoord op deze vragen, maar het is goed dat de discussie weer breed wordt gevoerd. Zelf denk ik dat een centrum altijd een plek van samenkomst zou moeten zijn. Uiteindelijk worden wij als Amsterdammers beter van de binnenstad die aantrekkelijk is voor iedereen. Niet in de laatste plaats voor bewoners, maar ook voor andere Amsterdammers, voor ondernemers, voor werkenden, en ja, ook voor toeristen uit binnen- en buitenland.

Lennart Freud, redactielid De Nieuwe Olifant

Heb jij een visie over wat de rol van de binnenstad zou moeten zijn? Of over hoe we de toerismedruk kunnen verzachten zonder afbreuk te doen aan onze positie als open en gastvrije stad? Ik ben erg benieuwd naar jullie reacties. Laat het vooral weten.

No Comments Yet

Leave a Reply

Your email address will not be published.